Tegenwoordig gaat dat vrij simpel, maar zijn alle dingen op internet ook waar?
Deze vraag hebben wij ook voorgelegd aan de begeleider van Eleos, ook tijdens de intake.
Vera vond twee mogelijkheden via het world wide web:
* Het zit in degenen, je bent van jongsaf behebt met gevoelens voor hetzelfde geslacht. Dat uit zich in bijvoorbeeld al heel jong met het andere geslacht spelen. In het graag aantrekken van die kleren, het spelen met dat speelgoed. Stel: een jongen in groep 1. Hij speelt altijd met meisjes en de meisjes accepteren dat ook helemaal. Tot in groep 8, ja zelfs binnen het voortgezet onderwijs ook nog. De aansluiting ligt in de herkenning: zij spelen met wat hij ook leuk vindt: poppen, kraaltjes rijgen, springtouwen enzovoort. Vaak herken je als ouders al heel jong iets. Wordt er op school met je over gesproken door 'bezorgde' leerkrachten. Later zie je je zorgen op waarheid berust: je zoon wil opmaken, krijgt geen/weinig de baard in de keel en plotseling wordt het voor veel mensen zichtbaar door zijn vrouwelijk gedrag. Een voorbeeld die vooral op waarheid berust vanuit onze kennissenkring.
Tweede mogelijkheid:
* Het betreffende kind heeft lang zonder twee ouders moeten doen. Geen band opgebouwd met een van de ouders. Van die persoon geen voorbeeldfunctie gehad, terwijl je vaak ziet dat de andere ouder gaat compenseren en probeert beide rollen op zich te nemen. Het ontbreken van een ouder, wat kán dat een impact hebben op de rest van het leven, zonder dat je dat als ouders én als kind doorhebt.
Betekent niet dat alle kinderen met één ouder homo worden, of lesbie. Zo zwart/wit is het niet, maar het kind kan het wel door deze oorzaak gaan ontwikkelen. Meestal valt dat ouders niet op en is decoming-out van hun kind een schok.
Eleos, tenminste, onze hulpverlener, bevestigt deze twee mogelijkheden van het www.
Zij vraagt niet waarin ik Vera herken. Ik zeg er ook niet veel over. Het is me duidelijk genoeg. Want Vera was geen meisje die alleen maar met jongens optrok, die met autootjes speelde of met lego. Juist niet. Vera liep met popen en bijbehorende wagentjes.
Wat betekent dat nu voor ons, dat we dit weten? Misschien zou je je kunnen voorstellen dat ik mijn man nu de schuld geef, maar dat is helemaal niet zo. Ik heb geen ogenblik gedacht: zie je wel, het komt door jou. En daar dank ik God voor, want dat is niet van mezelf!
Toen Vera kind was, jong kind, was mijn man weinig thuis. En als hij thuis was, was hij moe. Een eigen zaak met ontzettend veel uren vroegen hem alle energie.
Had het anders gekund? Nee, dat denk ik niet. Hij had misschien meer met Vera moeten doen op de momenten dat het had gekund. Ik had hem daar meer in kunnen sturen.
Zo denken, wat hebben we er aan? Zullen we er ooit helemaal uit komen? Ik laat het los, laat het achter me.
Het belangrijkste is dat Vera zichzelf gaat accepteren. Zoals ze is. Dat wij het accepteren en veel tegen haar zeggen: we houden van jou zoals je bent!
Ze weet dat God haar Vader is en voor haar zorgt. We leven in een wereld vol gebrokenheid, dat merkt Vera aan den lijve. Maar er is uitzicht: Jezus belooft een terugkomst met een hele nieuwe hemel en aarde. Zonder gebrek, zonder beperking, zonder zonde, zonder homoseksualiteit. Dat geloof ik vast en zeker!