donderdag 30 mei 2013

Homoseksualiteit, zit het in de genen???

Bovenstaande vraag was voor ons een hele zoektocht.
Tegenwoordig gaat dat vrij simpel, maar zijn alle dingen op internet ook waar?
Deze vraag hebben wij ook voorgelegd aan de begeleider van Eleos, ook tijdens de intake.
Soms vergeet je dingen te vertellen, omdat het zo veel is...

Vera vond twee mogelijkheden via het world wide web:
* Het zit in degenen, je bent van jongsaf behebt met gevoelens voor hetzelfde geslacht. Dat uit zich in bijvoorbeeld al heel jong met het andere geslacht spelen. In het graag aantrekken van die kleren, het spelen met dat speelgoed. Stel: een jongen in groep 1. Hij speelt altijd met meisjes en de meisjes accepteren dat ook helemaal. Tot in groep 8, ja zelfs binnen het voortgezet onderwijs ook nog. De aansluiting ligt in de herkenning: zij spelen met wat hij ook leuk vindt: poppen, kraaltjes rijgen, springtouwen enzovoort. Vaak herken je als ouders al heel jong iets. Wordt er op school met je over gesproken door 'bezorgde' leerkrachten. Later zie je je zorgen op waarheid berust: je zoon wil opmaken, krijgt geen/weinig de baard in de keel en plotseling wordt het voor veel mensen zichtbaar door zijn vrouwelijk gedrag. Een voorbeeld die vooral op waarheid berust vanuit onze kennissenkring.

Tweede mogelijkheid:
* Het betreffende kind heeft lang zonder twee ouders moeten doen. Geen band opgebouwd met een van de ouders. Van die persoon geen voorbeeldfunctie gehad, terwijl je vaak ziet dat de andere ouder gaat compenseren en probeert beide rollen op zich te nemen. Het ontbreken van een ouder, wat kán dat een impact hebben op de rest van het leven, zonder dat je dat als ouders én als kind doorhebt.
Betekent niet dat alle kinderen met één ouder homo worden, of lesbie. Zo zwart/wit is het niet, maar het kind kan het wel door deze oorzaak gaan ontwikkelen. Meestal valt dat ouders niet op en is decoming-out van hun kind een schok.

Eleos, tenminste, onze hulpverlener, bevestigt deze twee mogelijkheden van het www.
Zij vraagt niet waarin ik Vera herken. Ik zeg er ook niet veel over. Het is me duidelijk genoeg. Want Vera was geen meisje die alleen maar met jongens optrok, die met autootjes speelde of met lego. Juist niet. Vera liep met popen en bijbehorende wagentjes.

Wat betekent dat nu voor ons, dat we dit weten? Misschien zou je je kunnen voorstellen dat ik mijn man nu de schuld geef, maar dat is helemaal niet zo. Ik heb geen ogenblik gedacht: zie je wel, het komt door jou. En daar dank ik God voor, want dat is niet van mezelf!
Toen Vera kind was, jong kind, was mijn man weinig thuis. En als hij thuis was, was hij moe. Een eigen zaak met ontzettend veel uren vroegen hem alle energie.

Had het anders gekund? Nee, dat denk ik niet. Hij had misschien meer met Vera moeten doen op de momenten dat het had gekund. Ik had hem daar meer in kunnen sturen. Man heeft ook nooit een echt voorbeeld van zijn vader gehad. 

Zo denken, wat hebben we er aan? Zullen we er ooit helemaal uit komen? Ik laat het los, laat het achter me.
Het belangrijkste is dat Vera zichzelf gaat accepteren. Zoals ze is. Dat wij het accepteren en veel tegen haar zeggen: we houden van jou zoals je bent!
Ze weet dat God haar Vader is en voor haar zorgt. We leven in een wereld vol gebrokenheid, dat merkt Vera aan den lijve. Maar er is uitzicht: Jezus belooft een terugkomst met een hele nieuwe hemel en aarde. Zonder gebrek, zonder beperking, zonder zonde, zonder homoseksualiteit. Dat geloof ik vast en zeker!


zaterdag 25 mei 2013

Vervolg Eleos intake

Tijdens het Eleosintakegesprek praten we natuurlijk niet alleen over vader. Ook over mij, als moeder. Hoe ik tot de ontdekking kwam dat Vera lesbi is. Hoe schuldig ik me daarover heb gevoeld en hoe dubbel dat was: ik was tegelijkertijd ook heel blij dat ik het wist. Ken je dit stuk van het verhaal nog niet, kijk dan in 'mijn verhaal'. Dat Vera me direct vergaf, wat een wonder! De begeleider geeft aan dat dát kwam omdat ik allereerst vergeving vroeg voor wat ik had gedaan. Nog voor we die bewuste avond in gesprek gingen.

We praten over Vera zelf. Hoe zij het beleefd.
"Wat heeft ze het zwaar gehad! Zoveel jaren daar alleen mee te moeten lopen. Maar wat een gelovig meisje ook." De hulpverlener is daarover heel verbaasd. Wij kennen Vera natuurlijk al langer :-) waarbij het gevaar is dat je het heel gewoon gaat vinden dat ze zo'n gelovig kind is. Des te beter dat deze hulpverlener me erop wijst. Wees er dankbaar voor, Ria! Zonder haar clubleider én zonder God, had ze al die melatoninepilletjes allang doorgeslikt, daarover zijn we samen wel eens.

Het gesprek gaat diep. Over de gevoelens die ik er bij heb. De eerste schok, het opnieuw accepteren van onze dochter. Een dochter die op meisjes valt. Iets wat heel de toekomst gaat doordrenken. Aan wie ga je het vertellen. Aan wie vooral niet! Hoe reageren mensen? We hebben natuurlijk een heel slecht voorbeeld in de dominee. Ook daarover praat ik met de hulpverlener. Wat hij zei en over hoeveel pijn dát deed. Juist iemand die je zo zou kunnen helpen, schopt je, onbewust, aan de kant!
De hulpverlener nuanceert het wat: hij weet het niet. Hij was op dat moment niet pastoraal bezig, niet in pastoraal gesprek, hoewel het niet slim is zulke dingen te zeggen bij een groep catechisanten. Er met hem over praten? Ze raad het me aan. Maar Vera wil het niet hebben en diep in mijn hart ben ik dar heel blij mee. Ik heb helemaal niet de moed en de energie om zulke dingen aan te halen. "Jammer."zo vindt mij gesprekspartner.

Zusje. Wat doen we met zusje? In de zomervakantie gaan we het haar veertellen.
"Ik heb haar hiervoor al aangemeld bij Eleos", vertel ik de hulpverlener. "Ik dacht dat er een  wachtlijst zou zijn, maar ze kan volgende week terecht! Wé kunnen volgende week terecht. Zit ik hier weer..."
Ze herkent het: er is zo goed als geen wachtlijst. Gelukkig is er nog genoeg voor zus waar ze eens even over praten moet. Dan kunnen we in de zomervakantie gesprekken regelen voor dingen als dit.
Ik bindt haar op het hart dat ze haar collega goed moet zeggen dat zusje nú nog van niets weet!
Stel je voor dat ze het zo maar op tafel zou gooien. Zou dat even fout zijn!

In het gesprek met Vera, een uurtje geleden, heeft ze een vervolgtraject aangeboden, waar Vera over na gaat denken. Het lijkt haar het beste als Vera eerst wat individuele gesprekken gaat volgen, gevolgd door creatieve therapie. Of we het er thuis samen over willen hebben. Creatieve therapie gaat dieper. En omdat Vera niet zo'n prater is en erg goed is in stilhouden, is dit een manier om er toch bij te komen. Ik kan me daar direct helemaal in vinden, al moet Vera hierover zelf beslissen.

We spreken af voor over twee weken.
Opgelucht dat het achter de rug is en de eerste stap is gezet, rijden we naar huis.
Drie dagen ben ik helemaal gesloopt. Het heeft me bergen energie gekost, dit gesprek. Eindelijk alles eens tot op het bot toe besproken! Het heeft dus ook veel ruimte gegeven voor verwerken en begrijpen. En dat was de bedoeling.

woensdag 15 mei 2013

Waar is vader in dit alles?

De opmerking van Ron speelt de hele tijd al door mijn gedachten. Zijn opmerking over wat hij mist: de rol van vader, deed me opeens beseffen: o ja!
We lopen als gezin al zo lang bij de hulpverlening dat het me enerzijds bijna niet meer opvalt, anderzijds ontzettend veel pijn doet.
In het gesprek met Eleos is daarover ook gepraat en dát zal ik jullie vertellen. Verder moet je vooral goed onthouden dat mijn man en ik heel erg veel van elkaar houden en dat we 'over het algemeen' erg gelukkig met elkaar zijn.

Het was zo'n beetje de tweede opmerking van de hulpverlener.
"Vader komt niet mee, begreep ik van Vera?"
"Klopt. Vader is thuis. Hij gaat nooit mee naar gesprekken van wat dan ook. Alleen oudergesprekken op school, als het niet anders kan".
Ik zie de vraag in haar ogen staan: waarom?
"Hij houdt er niet van," reageer ik. "En ja, ik vind het leuk". Een beetje cynische opmerking moet kunnen. Dat houdt het wat luchtiger.

Ooit ging hij nog mee. Dat was voordat we een cursus deden over de opvoeding van één van onze speciale kinderen. Die cursus was zo confronterend voor hem, zo ontzettend eng dus, dat hij daarna spontaan met alle gesprekken is gestopt. En als ik terug kijk dan zie ik me altijd alleen zitten. Alleen tijdens de intake, alleen tijdens een kennismaking, alleen tijdens hulpverleningsgesprekken en oudergesprekken. Ja, zelfs alleen tijdens een informatieavond van de sovatraining voor Vera bij Eleos. Ondanks haar vraag of papa toch alstublieft mee zou willen gaan... Als enige ouder alleen. Ik weet nog hoe woest Vera was. Terwijl ik me er al bij neer had gelegd, voelde zij zich helemaal niet geaccepteerd. Afgewezen! Niet interressant genoeg.

Het doet pijn en tegelijk ben ik er aan gewend geraakt. Een beetje. Hulpverleners niet. Zij vragen waar vader is. Altijd! Het komt niet heel vaak voor dat een vader, of het nu met of zonder beperking is, weigert mee te praten en mee te denken over hun kind. Bij ons wel. Ik zie ook niet dat het ooit nog veranderen gaat, al raakt vader wel wat meer betrokken bij de opvoeding.

Het is vooral jammer voor zichzelf. Hij kan er zoveel van leren, van al die hulpverleners. Hij moet toch ook verwerken? Of stopt hij het (on)bewust weg om nooit meer op terug te komen?

Ik herinner me die ene keer, een week na Vera's coming out. Ik vroeg vader hoe het met hem ging. "Lukt het je een beetje om alles te verwerken?" Zijn antwoord was dat hij het al helemaal verwerkt had. Ik was verbaasd. Handig: zo snel en makkelijk dat bij mannen gaat, dacht ik nog.
Tot ik bij de huisarts vandaan kwam en vader vertelde over het gesprek.
De hoop brandde in zijn ogen toen hij me voreg:"En? Kan hij er wat aan doen?"

De gesprekken doe ik dus alleen. En dat is meestal megazwaar. Vaak vraagt vader ook niet hoe het was. Hij negeert. Soms vertel ik hem uit mezelf er wat over, maar hij kan er dan niets mee. Het lukt hem niet om opvoedingstips over te nemen, om er met elkaar over te praten, om ...
Ja wat eigenlijk? Ik veroordeel niet. Ik weet: het is geen onwil, het is onmacht. Niet dat het daardoor gemakkelijker wordt, maar het is wel beter te dragen.

woensdag 8 mei 2013

Intake Eleos

Een beetje bibberen doen we wel, als we richting Eleos rijden. Spannend, want je gaat toch praten over wat je voelt, wie je bent of niet bent en hoe je alles ervaart. Zowel voor Vera als voor mij is het erg intensief.
De dame die ons komt halen ziet er in één oogopslag 'goed' uit. Vertrouwd, open gezicht en lieve blik in de ogen. De manier waarop ze ons open tegemoed treedt voelt als een warm welkom. Gelukkig maar, dat is vast één. Als je je bij iemand thuis voelt, praat dat ook veel makkelijker.

Dan moet ik wachten. Vera is met hulpverlener mee en ik heb een leeg uur voor me. Gelukkig is er de krant en mijn boek. Dat boek wat ik al eerder genoemd heb, van Henri Nouwen, Eindelijk thuis. Het is heel bemoedigende leesstof, waarbij ik mijn gedachten lekker kan verzetten. Ik voel me niet alleen, want Vader is bij. Ik ben bij Hem. Hij wacht op me met open armen als ik eens wegduik. Hij kijkt naar me uit als ik vlucht. Hij staat hand in hand als ik me opmaak voor een moeilijk gesprek.

Een goed uur later komt Vera terug lopen. Ik bekijk haar nauwkeurig, zonder dat ze het merkt. Het was zwaar, ik zie het aan haar. Maar ik zie geen spoor van tranen of zo. Knap, want ik voel de mijne nu al branden. Alleen het idee al, dat ik daar open en bloot mijn gevoelens en ding moet vertellen beangstigt me toch. Dat ik niet alleen ben, troost me. Dat Vader zo'n lieve meid als hulpverlener uitzocht, verwondert me. Al deze gevoelens buitelen door elkaar als we samen de trap op lopen naar de hoogste verdieping. Met de koffie in de hand, tweede bak, zet ik me in de stoel.
En dan begint ze:"
Tjonge, wat een heftig verhaal zeg!"
Ze doen het er om hoor, die hulpverleners. Ze draaien gewoon de kraan open en ik, ik grijp mijn koffiebekertje stevig vast en... begin te brullen.

donderdag 2 mei 2013

Tel je zegeningen!

Intense vermoeidheid overmande me, tijdens en na het schrijven van de vorige twee blogjes. Een diep dal, daar zat ik in, waar ik nu weer een heel eind ben uitgetild. Gelukkig! Toegeven aan de vermoeidheid was een goed plan, want daardoor kan ik nu weer wat doen. Maar voorlopig nog even kalm aan...
Je kunt jezelf met je gedachten zo ontzettend de put in denken. Herkennen jullie dat?
Ik heb echt mijn gedachten om moeten zetten.
Ja! Het is erg en verdrietig dat Vera lesbie is, maar nee, het is niet het einde. Ze is niet ernstig ziek, ze is niet stervend, ze is nog steeds een gezellige meid die bij ons woont en van ons houdt!
Dus weg met die gedachten van verdriet, bitterheid en ondankbaarheid. Weg ermee. Ik wíl me er absoluut niet door laten beinvloeden. Niet meer. Onze dochter is onze dochter, blijft onze dochter en we mogen erg veel van haar genieten. Genoeg gerouwd over wat niet komen gaat, hoofd omhoog, hart naar boven, tel je zegeningen en dank God.
Gelukkig lukt het ook. Momenten waarin negatieve gedachtes toch de boventoon willen gaan voeren zet ik om. Hoe? Ik ga God danken. Letterlijk mijn zegeningen Hem vertellen. Dan stijg je boven jezelf uit naar Hem en kun je al het negatieve loslaten. Een goede 'oefening' die me erg veel vreugde geeft!

Een gesprekje met de huisarts geeft me veel moed. Wat is die man meelevend. Hij begrijpt onze zorg, ons verdriet en onze vraag naar goede hulpverlening. Ook hij verwijst door naar Eleos.
Ik hoor inderdaad best veel negatieve verhalen over Eleos, maar Vera is er al eens geweest, haar broertje trouwens ook, en we hebben er goede ervaringen.
Vera was een maand of 16 weggeweest en moest daardoor (langer dan een jaar) opnieuw alle papieren invullen. Samen met mij. Van die domme aanvraaglijsten waarin ze vragen of je al zindelijk bent en zo :-) We hebben er maar om gelachen. De lijst, die school in zou moeten vullen hebben we in de papiercontainer gegooid.
Al snel werden we gebeld door de administatie om een intake-afspraak te maken. De snelheid viel me op. Komt dat doordat Vera er al bekend is? Later blijkt dat het niet het geval is, er is gewoon bijna geen wachtlijst meer, waar Vera lekker van profiteert. We maken een afspraak voor 5 april om half twee. Eerste uur gesprek met Vera, daarna een uur gesprek met ouders.
Daar gaan we weer!